Jan Baan & Roel Hellemons
Hightech Highgreen
10 maart 2021
Een Brainport zonder brains, dat kan niet. En knappe denkers en makers stellen steeds hogere eisen aan hun leefomgeving. In een serie interviews verkent Landschapslaboratorium Hightech Highgreen hoe bedrijven en overheden denken over (samen) investeren in landschap, om daarmee het vestigingsklimaat te verbeteren aan de Groene Corridor. Jan Baan, directeur Brabants Landschap, en Roel Hellemons, directeur Eindhoven Airport, geven samen hun visie op dit gebied en de verhouding landschap-economie.
Baan stond samen met Adriaan Geuze en Warner Philips aan de wieg van het concept Groene Corridor. Voordat hij eind mei 2021 afscheid neemt van Brabants Landschap, probeert hij nog zoveel mogelijk in gang te zetten en spreekt hij al zijn medewerkers in binnen- en buitendienst. Eindhoven Airport werd al snel een logische partner van de Groene Corridor, volgens Hellemons niet primair vanuit de gedachte negatieve impact te moeten compenseren, maar vanuit een breder belang, zoals een prettige woonomgeving voor de omwonenden waaronder onze medewerkers. En het in verbinding zijn met de directe omgeving (de buren). Zowel Brabants Landschap als Eindhoven Airport zijn partner in het recent opgerichte Van Gogh Nationaal Park.
“Wij willen een goede buurman en onderdeel van het landschap zijn, en voelen ons dus medeverantwoordelijk voor ontwikkeling van Van Gogh Nationaal Park en de Groene Corridor. […] Hopelijk kunnen we snel in de eigen regio onze CO2 uitstoot compenseren.” – Roel Hellemons
“De Groene Corridor is ook internationaal een goed uit te leggen concept. In deze metropolitane hightech regio fiets je langs kunst en cultuur het groene landschap in, en de beekdalen reiken tot in het stadscentrum van Eindhoven.” – Jan Baan
Vloeiende overgang tussen landingsbaan en landschap
De luchthaven is eigenlijk een heel logisch startpunt om over het landschap na te denken, vindt Baan, want “je vliegt bij aankomst in vogelvlucht over het landschap en vraagt je af: wat zie ik hier?” Brabants Landschap heeft mede vormgegeven aan de inrichting van het luchthaventerrein, als onderdeel van een stad-land verbinding, vertelt Hellemons. Eindhoven Airport is een toegangspoort naar de Brainport, “waar je meteen iets meekrijgt van de hightech sector, van de kunst uit het Van Abbemuseum, én van het landschap – bijvoorbeeld in de vorm van typisch Brabantse bomen.” Vanuit de terminal bekeken lopen het luchthaventerrein en het omliggende landschap in elkaar over. Het is tevens een toegangspoort voor Van Gogh Nationaal Park. De naam van de 19e eeuwse schilder gebruiken zowel Baan en Hellemons met gepaste voorzichtigheid, zonder platte verwijzingen. Zo vinden beide dat de luchthaven geen Van Gogh Airport hoeft te heten. Met Visit Brabant en Eindhoven 365 werkt de luchthaven mee aan het aantrekken van bezoekers in de regio, maar dat hoeft echt geen massatoerisme te worden. Wel zijn de gesprekspartners enthousiast over het bouwen van een woontoren in Best in regionaal ‘peppelhout’ (populier), en de overkapping van looproutes in de luchthaven die refereren aan het werk van Van Gogh. De samenwerking van de luchthaven met Brabants Landschap en de andere natuurorganisaties zou een impuls kunnen krijgen als de certificering van CO2 compensatie zou worden uitgebreid. Nu wordt uitstoot nog gecompenseerd in een biogasproject in Oeganda. Als dit voor een deel in eigen regio zou mogen – al is het maar een klein percentage, dan zou dit een direct zichtbaar en tastbaar resultaat opleveren.
Samen het concept Groene Corridor uitwerken
Het concept van een langzaamverkeersroute tussen Eindhoven en Oirschot, met daaraan verschillende bestemmingen en bedrijvigheid, is weliswaar snel bedacht maar vergt lange adem, gezamenlijke uitwerking en bewaking. Hoe denken Baan en Hellemons hierover? Ze benoemen enkele punten waar samenwerking al heeft geleid tot concrete uitwerking. Het omleiden van het autoverkeer, een gedurfd besluit van de gemeenten, was essentieel voor het functioneren van de langzaamverkeersroute op de Oirschotsedijk. De samenwerking met de luchthaven maakte de alternatieve wegenstructuur Eindhoven Noord-West mogelijk. Baan roemt ook de samenwerkingen die ontstaan bij het realiseren van kunstwerken langs de corridor, met o.a. Defensie, Kunstloc en DPD. “Daar zouden meer bedrijven een voorbeeld aan moeten nemen.” Een mooie kans is de realisatie van een plek voor vliegtuigspotters, precies waar een recreatieve fietsroute van Van Gogh NP langs de luchthaven scheert. Daar komen allerlei ervaringen gecombineerd en word je, mede door het erfgoed van Van Gogh, verleid om anders naar de omgeving te kijken, wie daar werkt en wat er verandert.
De metropolitane binnentuin van ‘BrabantStad’
Het corridorconcept, een verbinding tussen stad en de ‘binnentuin van BrabantStad’, past heel goed in de emancipatie van deze regio volgens Baan, verwijzend naar publicatie Blind Spot (2016). BrabantStad heeft zich als metropolitaan gebied van 1,5 miljoen inwoners ontwikkeld, met een uniek landschappelijk vestigingsklimaat, waar dit soort stad-land verbindingen de levensaders zijn voor kwaliteit van leven en economisch succes. Het spannende wordt om de verhouding landschap-economie in dit per definitie gemengde Van Gogh NP in balans te houden. Het is essentieel, zeggen beide, dat partijen het concept in de toekomst blijven aanscherpen en bewaken. De Groene Corridor moet straks zo sterk staan, dat niemand het wil aantasten. Nieuwe gebiedsontwikkelingen aan de corridor, zoals Brainport Industries Campus (BIC) en uitbreiding van Westfields, horen hier echt aan bij te dragen met ideeën en middelen. Ook de omschakeling naar een duurzame landbouw is onderdeel van de ambities in Van Gogh NP. “Hier zouden ook bedrijven in de omgeving aan mee kunnen betalen,” vindt Baan, want dan realiseren ze in één klap emissie- en natuurdoelen, zonder iets op hun eigen terrein te hoeven doen. Zie ook het recent gestarte fonds Brabants Bodem, voor biodiverse landbouw met een eerlijk verdienmodel. Naast CO2 compensatie lonken nog enkele samenwerkingen aan de horizon. Hellemons denkt ook aan ontwikkeling van sportroutes voor medewerkers en omwonenden in de omgeving van de luchthaven, en aan inzet van lokale boeren voor een deel van de catering.