Erik van Merrienboer
Hightech Highgreen
17 maart 2021
Een Brainport zonder brains, dat kan niet. En knappe denkers en makers stellen steeds hogere eisen aan hun leefomgeving. In een serie interviews verkent Landschapslaboratorium Hightech Highgreen hoe bedrijven en overheden denken over (samen) investeren in landschap, om daarmee het vestigingsklimaat te verbeteren aan de Groene Corridor. Erik van Merrienboer, ex-gedeputeerde in Noord-Brabant, ziet de continuïteit in het landschap als ijkpunt: leesbaarheid en fietsbaarheid. Daarnaast moeten we goed luisteren naar medewerkers, expats, en Vincent van Gogh.
Van Merrienboer kent het gebied van de Groene Corridor vanuit verschillende perspectieven. Als strateeg en later wethouder in Eindhoven hield hij zich bezig met de stedelijke ontwikkeling, mobiliteit, economie, en ook het autoluw maken van de Oirschotsedijk – de centrale as van de Groene Corridor. Bij de provincie Noord-Brabant richtte hij zich, eerst als directeur economie en mobiliteit, later als gedeputeerde ruimte, op de ontwikkeling van werklocaties, waarbij het landschap een steeds belangrijker randvoorwaarde zou worden. “De afgelopen decennia bestond landschap niet in Brabant. Er was een scherpe functionele scheiding, bijvoorbeeld in natuur en landbouw, met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en andere waarden van het landschap. Brabanders zien het landschap vaak als productiemiddel waardoor de druk op het landschap permanent hoog is.” Ook de bestuurlijke fragmentatie in Brabant speelde lang een belangrijke rol in de problematische relatie tussen stad en ommeland, vindt hij. Enkele weken na dit interview werd bekend dat Van Merrienboer burgemeester van Terneuzen wordt.
“Expats blijven ten minste zeven jaar en kiezen voor méér dan een job. Brainport Eindhoven is een schakel in vele internationale loopbanen, waar de kwaliteit zit in het totaalpakket van een inspirerende werk- en woonomgeving voor o.a. jonge stellen en gezinnen. Luister dus niet alleen naar de captains of industry, maar geef ook de medewerkers zelf een stem.”
Leesbaarheid van het landschap
Brabant heeft een andere stedelijke structuur dan de rest van Nederland, de vraag is of dat hier ook ‘compact’ had gekund. Over het algemeen vindt Van Merrienboer dat de verstedelijking in de regio Eindhoven goed in samenhang met het landschap is ontstaan, ook waar het gaat om bedrijventerreinen. Soms gaat hierbij de leesbaarheid wel verloren, zoals bij recente logistieke ontwikkelingen in West-Brabant. De structuren behouden, versterken, herontdekken en zichtbaar maken, dat is een belangrijke opgave bij elke ruimtelijke ontwikkeling. Van Merrienboer noemt het voorbeeld van de Groene Corridor, waarbij, naast de beleving vanaf de fiets, ook nieuwe kunstzinnige mogelijkheden worden gecreëerd om het landschap te ervaren. Bijvoorbeeld de idee om van een oude toren in Oostelbeers een periscoop te maken die de landschapsontwikkeling toont door de tijd; en de Loopgraaf voor de Vrede, waarin bezoekers juist afdalen in de bodem en iets leren over de militaire functie en geologie in het gebied. In contrast daarmee zijn ook stukken nodig van beschermde natuur. Een basisvoorwaarde is de goede ‘fietsbaarheid’ van de Eindhovense regio, een ononderbroken netwerk van consistente kwaliteit, over de gemeentegrenzen heen afgestemd. Hier worden al goede stappen in gezet, zoals het oplossen van missing links en installeren van mooie fietsbruggen.
Geef de expats en andere medewerkers een stem
De medewerkers van bedrijven in de Brainport weten zelf het beste wat ze willen en waarom ze in de regio wonen en werken. In de vroege jaren 2000, herinnert Van Merrienboer zich, werd in het rijksprogramma Pieken in de Delta gehamerd op het gemis aan grootstedelijke voorzieningen in de stad Eindhoven. In eigen onderzoek onder internationale kenniswerkers stond juist een groene omgeving bovenaan en mogelijkheden voor buitensport op de tweede plaats. ASML, Nederlandse grootste bedrijf naar omzet, hoort vergelijkbare geluiden onder haar medewerkers. Hun expats komen voor tenminste zeven jaar en kiezen voor méér dan een job. Landschap als vestigingsvoorwaarde is voor de Brainport-bedrijven een realiteit geworden, een harde randvoorwaarde. Je ziet dat deze bedrijven wel terughoudend zijn bij het mee-investeren in dergelijke voorzieningen, behalve als het om het inrichten van de eigen campus gaat. Dat is ook begrijpelijk, want in deze bedrijven wil men zoveel mogelijk aandacht en middelen richten R&D, ook in de crisis gaat dat door. Taak voor ons allemaal is het belang van landschap zo concreet mogelijk te verbinden aan deze bedrijven, in een vlijmscherp verhaal. Natuurlijk zien zij de samenhang, maar ze worden al overvraagd en zijn zeer selectief waar ze instappen. De bedrijven richten zich echter naar hun medewerkers en de kwaliteit van de leefomgeving die zij vragen. Zorg dan dat zo’n verhaal ook juist met hen verder wordt ontwikkeld.
Transities en werkers in het landschap
Van Gogh had destijds al goed oog voor de zich voltrekkende veranderingen in het landschap, waarin ook altijd hard werd gewerkt. In contrast met de groeiende industrialisatie van de steden was er de idylle van het platteland. Ook in onze tijd is leefkwaliteit in de stad, en de rol die het omliggende landschap daarbij speelt, weer urgent volgens Van Merrienboer. Dat speelt niet alleen bij de kenniswerkers. Ook bij de sterk groeiende logistiek in Brabant, die deels afhankelijk is van arbeidsmigranten, blijkt het een uitdaging om goede medewerkers aan te trekken. Van Gogh had de spanning en samenhang tussen landschap en economie al goed geduid. Aan ons de taak om deze ter vertalen naar concrete verhalen over het landschap en daar de bedrijven en vooral hun medewerkers actief bij te betrekken.