Promotie-onderzoek

Landscapes of trade

Handel zit de Nederlander in het bloed, wordt vaak gezegd. Beleid heeft de logistieke sector sterk gestimuleerd sinds de jaren 1980 en trends als E-commerce hebben de voetafdruk van het logistiek complex verder vergroot. Lokale neveneffecten hiervan leiden tot stevige kritiek op de 'verdozing' van het landschap. Nuance en een verhaal over hoe het dan wel moet ontbreken nog vaak in dit debat. Dit onderzoek levert een bijdrage door het ruimtelijke patroon van distributiecentra gedetailleerd in kaart te brengen, mythes te ontkrachten en achterliggende dynamieken te onthullen. Op weg naar een duurzaam logistiek verhaal als opvolger van 'Nederland Distributieland'.

— Save the date: verdediging proefschrift Landscapes of Trade door Merten Nefs in Delft op 21 mei 2024, 12:00 – 14:00

—  Waar en wanneer zijn die logistieke gebouwen nu precies gebouwd? Wat is hun functie en hoeveel werkgelegenheid bieden ze? Zoom in en reis door de tijd met de interactieve kaart over de groei van het logistiek complex sinds 1980, met ca. 2.000 gebieden en 27.000 kleine en grote ‘dozen’.

 

Promotie onderzoek

Het promotieonderzoek Landscapes of Trade is uitgevoerd door Merten Nefs van begin 2019 tot begin 2024. Het is een samenwerking tussen Technische Universiteit Delft (Tom Daamen, Wil Zonneveld), Erasmus School of Economics (Frank van Oort) en Vereniging Deltametropool (Paul Gerretsen). In het onderzoek wordt samengewerkt met o.a. logistieke bedrijven, kennisinstituten, gemeenten en regio’s met logistieke hotspots. Lees hieronder de samenvatting.

Venlo Trade Port Noord. Beeld: Merten Nefs Venlo Trade Port Noord. Beeld: Merten Nefs.

Samenvatting

Op het moment van schrijven omvat het logistiek complex van Nederland een bebouwde voetafdruk van ongeveer 80 miljoen vierkante meter, waarbinnen een groeiend aantal XXL-distributiecentra (DC’s) bestaan. Deze voetafdruk is verviervoudigd sinds 1980, terwijl de maat van een gemiddeld DC meer dan verdrievoudigd is. In vergelijking met andere Europese landen is de DC-voetafdruk per capita in Nederland enkele malen groter. Dit bijzondere gebruik van het Nederlandse grondgebied hoort bij het succesverhaal van het land als ‘Distributieland’ of ‘Gateway to Europe’ en heeft een nieuw grootschalig landschapstype voortgebracht: Handelslandschappen of Landscapes of Trade. Tot nu toe heeft het planningsysteem DC-ontwikkeling doorgaans gefaciliteerd, terwijl maatschappelijke protesten tegen dergelijke ontwikkelingen in toenemende mate het planningsdiscours zijn gaan beïnvloeden. Verhitte debatten over logistiek weerspiegelen vaak conflicterende belangen van stakeholders en tegengestelde perspectieven, in plaats van een dialoog over strategische keuzes gevoed door de empirische bewijsvoering en inzichten die nodig zijn in een planningsdiscours. Vooral in de transitie naar een duurzaam logistiek complex zijn die laatste van groot belang.

Met onvoldoende publiek beschikbare kennis zijn zes aspecten van het Logistiek complex polemische sleutelkwesties geworden in het planningsdiscours. Deze omvatten het schijnbaar overal voorkomende groeipatroon van DC’s in Nederland, het dominante en steeds vaker in twijfel getrokken beleidsnarratief van Nederland Distributieland, en het publiek-private actornetwerk dat te kort lijkt te schieten in het adequaat plannen en ontwikkelen van DC’s. Andere kwesties zijn de geclaimde werkgelegenheidsbaten van DC’s, de balans tussen de baten en lasten van logistiek, en het leveren van bruikbare informatie voor de ruimtelijke planning van logistieke clusters in de opkomende circulaire economie. Deze kwesties worden waargenomen in zowel onderzoek als de praktijk en zijn relevant in verschillende delen van Europa en daarbuiten.

Door verschillende perspectieven en methoden van empirisch onderzoek te combineren beoogt dit proefschrift de opkomst van het logistiek complex en het bijbehorende planningsdiscours te verklaren en hier multidisciplinaire inzichten in te vergaren, met een speciale focus op XXL DC’s in Nederland. Hiermee is het hoofddoel om het evoluerende ruimtelijke patroon van logistieke centra en zijn interactie met het co-evoluerende planningsysteem te begrijpen. Het logistiek complex van Nederland sinds 1980 biedt een kritieke Europese casus voor de analyse, vanwege de duidelijke verschuivingen in het ruimtelijk patroon en het planningsysteem, en tevens een scherp en goed gedocumenteerd planningsdiscours in verschillende informatiebronnen en actornetwerken. Het is een helder voorbeeld van de processen van logistieke sprawl en haven-regionalisering, die het ruime achterland van de Rotterdamse haven effectief hebben getransformeerd in Europa’s grootste en meest gefragmenteerde dryport. Deze situatie kenmerkt zich door een ruimtelijk patroon van uitbreidende DC’s―deels geclusterd en deels versnipperd―nabij stedelijke agglomeraties en infrastructuur. De overkoepelende vraag in het onderzoek is daarom:

Welke historische, economische en institutionele dynamieken bepalen de ongebreidelde groei van het logistiek complex in Nederland?

Dit proefschrift beoogt bij te dragen aan het opvullen van zes specifieke lacunes in de kennis gerelateerd aan de eerdergenoemde kwesties, door de volgende zes deelvragen te beantwoorden. Hoofdstuk 2 gaat in op de vraag Hoe is het ruimtelijk patroon van DC’s in Nederland veranderd in de tijd? Dit hoofdstuk presenteert een atlas van het Nederlandse logistiek complex, om het ruimtelijk patroon van DC’s te visualiseren en te bespreken, als voorbereiding voor de daarop volgende analytische hoofdstukken. Hoofdstuk 3 behandelt de vraag Op welke aannames was het beleidsnarratief Nederland Distributieland (1980–2020) gebaseerd? Het hoofdstuk beantwoord deze vraag door middel van een systematische tekstanalyse, die ingaat op de achterliggende bronnen van het narratief, coalities van belangenbehartiging en beleidstheorieën. Hoofdstuk 4 draait om de vraag Welke actor-institutionele krachten bepalen de ruimtelijke uitkomsten van lokale XXL DC transacties? Het hoofdstuk analyseert hoe ruimtelijke beslissingen gemaakt worden in de actor-institutionele dynamieken van de planning en ontwikkeling van DC’s, door diepte-interviews en documentanalyse. Hoofdstuk 5 beantwoordt de vraag Wat zijn de regionale werkgelegenheidseffecten van XXL DC’s? Dit gebeurt door de effecten van DC’s te analyseren met behulp van bedrijfsmicrodata in een drievoudige aanpak van directe, indirecte en agglomeratie-effecten. Hoofdstuk 6 richt zich op de vraag Welke rol speelt argumentatie van ruimtelijke rechtvaardigheid in het provinciale en lokale planningsdiscours en de beslissingen over logistiek in het achterland? Het hoofdstuk analyseert de argumenten die in het planningsdiscours worden gebruikt, met focus op de rechtvaardige verdeling van de lusten en lasten van logistiek. Hoofdstuk 7 gaat in op de vraag Hoe ervaren Nederlandse planners en beleidsmakers de validiteit en toepasbaarheid van logistieke cluster typologieën en daaraan verbonden informatie-instrumenten? Het hoofdstuk beantwoord deze vraag door de uitkomsten van een Q-sort enquête te analyseren, aangaande de gebruikerservaring van ruimtelijke typologieën en data gedreven kaarten in het recente beleidsproces rond het plannen van logistieke clusters.

Elk hoofdstuk trekt gedetailleerde conclusies. Tezamen geven de uitkomsten drie antwoorden op de overkoepelende vraag. Historische trends en schokken hebben de planning en ontwikkeling van het logistiek complex in Nederland mede bepaald. Verschillende disruptieve gebeurtenissen bijvoorbeeld (economische crises, COVID-19) en een algemene trend van internationalisering van de handel en marktintegratie hebben de toename van DC’s aangejaagd. Rente geopolitieke onrust en opkomende internationale duurzaamheidsverdragen hebben verschillende mondiale waardeketens onzeker gemaakt, terwijl schaarse grond en personeel steeds tastbaarder de uitbreiding van het logistiek complex begrenzen. Daarnaast hebben economische processen en transformaties een sterke invloed gehad op de expansie van DC’s; de financialisering van DC-ontwikkeling, de opkomst van e-commerce en verwachtingen omtrent werkgelegenheid gerelateerd aan DC’s. Dit proefschrift laat zien hoe monofunctionele XXL DC clusters de reeds oververhitte arbeidsmarkt onder druk zet, niet de geclaimde indirecte werkgelegenheid oplevert in een regio, en het risico op een ruimtelijk-economische lock-in vergroot. Bovendien zal de transitie naar een circulaire economie het gebruik van het logistiek complex veranderen in de toekomst, ofwel op gebied van het managen van retourstromen dan wel het uitvoeren van taken voor re-manufacturing in DC’s. Tot slot zijn ook institutionele dynamieken cruciaal geweest in de vorming van het logistiek complex. Een eenzijdig narratief dat kritische studies negeerde en zich baseert op niet-onderbouwde claims, heeft bijvoorbeeld een beleidslandschap gecreëerd dat de uitbreiding van het logistiek complex stimuleert en er tegelijkertijd op rekent dat de negatieve effecten vanzelf zouden worden gemitigeerd door technologische fixes en gedecentraliseerde ruimtelijke planning. Dat laatste heeft perverse prikkels geïntroduceerd in het planningsysteem en logistieke sprawl vergroot. Het regionale en lokale planningsdiscours is echter in staat gebleken om de kwaliteit van logistieke ontwikkelingen te beïnvloeden met behulp van argumenten van ruimtelijke rechtvaardigheid, terwijl internationale bedrijfsstandaarden van DC-ontwikkeling en informatie-tools voor beleidsmakers ook waardevolle instrumenten blijken te zijn om ruimtelijke resultaten te verbeteren.

Kort samengevat zijn de dynamische condities die het logistiek complex sinds de jaren 1980 hebben bepaald significant anders dan de huidige situatie. Daarom is een vernieuwd logistiek beleidsnarratief—als opvolger van het Nederland Distributieland narratief, noodzakelijkerwijs geworteld in deze veranderde dynamieken. Om zo’n nieuw narratief plausibel en effectief op te stellen, moet het echter worden gebaseerd op inzichten uit vervolgonderzoek naar de hierboven besproken dynamieken, en op aangepaste praktijken van ruimtelijke planning die zulke inzichten effectief kunnen inzetten bij het nastreven van de nieuwe beleidsdoelen.

De uitkomsten van dit proefschrift wijzen naar drie richtingen voor vervolgonderzoek. Ten eerste een strategisch internationaal perspectief op de schaal van de Eurodelta. Ten tweede een gedetailleerder inzicht in de activiteiten die plaatsvinden in DC’s. Ten derde inzicht in de rollen en dynamieken van het gefragmenteerde actornetwerk achter de planning en ontwikkeling van het logistiek complex—vooral semi-overheidsorganisaties en intra-gouvernementele dynamieken. Het proefschrift doet drie hoofdaanbevelingen voor publieke en private actoren voor de bevordering van interdisciplinaire en duurzame ontwikkeling van het logistiek complex. Ten eerste gelijkwaardige en open informatievoorziening gebaseerd op onderzoek en praktijkkennis in het actornetwerk. Ten tweede versterking van de interdisciplinaire planning en ontwerppraktijk, gericht op de ruimtelijke facetten van het physical internet (PI), en de logistieke kant van multifunctionele gebiedsontwikkelingen. Ten derde effectievere attitudes voor samenwerking onder publieke en private actoren in strategische ruimtelijke planning en ontwikkeling, gericht op de ecologische, economische en sociale duurzaamheid van het logistiek complex. Toewijding aan een dergelijke onderzoeksagenda en vernieuwde praktijk zou een goedgeïnformeerd en breed gedragen beleidsnarratief voor ruimte en Logistiek mogelijk maken—een die de maatschappij in staat stelt om het beste te halen uit elke vierkante meter in de Landscapes of Trade.

Artikelen en media

Vijf wetenschappelijke open-access artikelen zijn integraal onderdeel van het proefschrift:

— Nefs, Merten (2024) Applying a logistics cluster typology in spatial planning for circularity: lessons from a Dutch policy lab. Journal of Planning Practice & Research, https://doi.org/10.1080/02697459.2024.2315399

— Nefs, Merten, Van Haaren, Jeroen & Van Oort, Frank (2023). The limited regional employment benefits of XXL-logistics centres in the Netherlands. Journal of Transport Geography, Volume 109, 2023, 103603, ISSN 0966-6923, https://doi.org/10.1016/j.jtrangeo.2023.103603

— Nefs, Merten (2022). Beyond Global Gains and Local Pains – spatial inequality of hinterland logistics. In Aesop (Ed.), AESOP 2022 Tartu: Spatial Justice (Aesop, pp. 249–256). Aesop.

— Nefs, Merten & Daamen, Tom (2022) Behind the Big Box: understanding the planning-development dialectic of large distribution centres in Europe, European Planning Studies, DOI: 10.1080/09654313.2022.2057792

— Nefs, Merten, Zonneveld, Wil & Gerretsen, Paul (2022) The Dutch ‘Gateway to Europe’ spatial policy narrative, 1980–2020: a systematic review, Planning Perspectives, DOI: 10.1080/02665433.2022.2053879

 

Daarnaast zijn er tijdens het onderzoek nog tientallen andere publicaties en presentaties geweest in academische of professionele setting, en in het nieuws. Zie voor een compleet overzicht de bijlagen in het proefschrift.

— Nefs, Merten, Zonneveld, Wil, Daamen, Tom, Gerretsen, Paul, Van Oort, Frank (2021) Het verhaal van ‘Nederland Distributieland’ is een versleten praatje. FD, 2021-10-17, https://fd.nl/opinie/1415909/het-verhaal-van-nederland-distributieland-is-een-versleten-praatje

— Distributiecentra veelbesproken onderwerp tijdens Provinciale Statenverkiezingen – download het overzicht van partij-uitspraken uit het Kieskompas

— ‘Somberen over verdozing? Parijs maakt er een prettige gemengde leefomgeving van’, artikel in de De Architect en podcast met Tracy Metz, Merel Pit en Marie Wastiau

 

Keynote duurzaam ruimtegebruik en logistiek - Brabant Ontmoet 2022
In gesprek met wethouder Mario Jacobs over logistiek, onder leiding van Elisabeth van den Hoogen - Landschapstriënnale 2021
terug naar boven terug naar boven