Kwalitatieve Vergelijking van de Zuidelijke Randstad

Internationale Connectiviteit

Internationale connectiviteit betreft het gemak waarmee de economische clusters zijn verbonden met andere economische netwerken in de wereld. Daarbij gaat het zowel om personen, goederen als informatie. "Kwalitatieve Vergelijking: Internationale Connectiviteit van de Zuidelijke Randstad" is een deelonderzoek van het overkoepelende, gelijknamige MIRT onderzoek.

In het Bestuurlijk overleg MIRT 2013 is afgesproken dat Rijk en regio het MIRT Onderzoek ‘Internationale connectiviteit Zuidelijke Randstad’ starten. Binnen de Zuidelijke Randstad worden de volgende vier economische clusters onderscheiden: Rotterdam World Port, Den Haag Internationale Stad van Vrede en Recht, Greenports Network en de Zuid-Hollandse kennis-as.

Overkoepelend MIRT onderzoek

Het doel van dit MIRT onderzoek is het verkrijgen van zicht op de wenselijkheid en effectiviteit van verbeteringen ten aanzien van internationale connectiviteit, zodat oplossingsrichtingen kunnen worden geformuleerd die de economische kracht van de Zuidelijke Randstad versterken.

In het kader van het MIRT onderzoek “Internationale connectiviteit Zuidelijke Randstad” wordt een drietal deelonderzoeken uitgevoerd. Deze cahiers betreffen de resultaten van het derde onderzoek.

— Onderzoek naar historische trends en ontwikkelingen t.a.v. internationale connectiviteit in de Zuidelijke Randstad,
— Kwantitatieve internationale vergelijking van de Zuidelijke Randstad op het gebied van internationale connectiviteit,
— Kwalitatieve vergelijking van de Zuidelijke Randstad met een aantal vergelijkbare regio’s.

Doel en aanpak

De internationale, kwalitatieve vergelijking van de Zuidelijke Randstad draagt bij aan het algemene onderzoeksdoel door te beantwoorden welke regio’s om welke reden interessant zijn. Dit in het kader van het overkoepelende MIRT Onderzoek ‘Internationale connectiviteit Zuidelijke Randstad’. Om deze vraag te beantwoorden zijn in Fase 1 drie stappen doorlopen:

Fase 1

Stap 1: longlist

Allereerst is er een longlist van interessante regio’s opgesteld. Hierbij is gekeken naar de vergelijkbaarheid van deze (deel)regio’s met de Zuidelijke Randstad, aan de hand van basisgegevens omtrent sociale, economische, infrastructurele en ruimtelijke structuren en – voor zover bekend – specifieke strategieën of instrumenten die worden gehanteerd en in het kader van het onderzoek interessant kunnen zijn.

Lessen uit de eerste fase Lessen uit de eerste fase. Kwalitatieve Vergelijking

Stap 2: shortlist

Vervolgens is op basis van de beschikbare kennis en gegevens, bij zowel opdrachtnemers als opdrachtgevers, uit de longlist een shortlist van 11 regio’s opgesteld. Deze 11 regio’s zijn verder geanalyseerd aan de hand van de volgende criteria:

— mate van economisch succes (internationale concurrentiepositie),
— connectiviteitsniveau
— internationale connectiviteit als factor voor economisch succes,
— toepassing van intelligente, succesvolle of innovatieve strategieën in relatie tot de internationale connectiviteit

In fase 2 wordt naar aanleiding van deze short list nog verder ingezoomd op drie topregio’s.

Fase 2

In de eerste fase zijn 11 regio’s onderzocht en de eerste conclusies getrokken. Hierop voortbouwend zijn 3 topregio’s geselecteerd die in deze tweede fase met nog meer diepgang zijn geanalyseerd. De regio’s Kopenhagen-Malmö, Brussel-Antwerpen en Manchester-Liverpool zijn gekozen vanwege hun vergelijkbare ruimtelijk-economische hoofdstructuur: dubbelsteden, omvang en economische sectoren of clusters. De regio’s hanteren echter verschillende strategieën en hebben een andere organisatie en/of projecten dan de Zuidelijke Randstad.

Als startpunt voor de vergelijking zijn de 5 hoofdopgaven van de Zuidelijke Randstad genomen:

— versterking corridor Rotterdam-Delft-Den Haag-Leiden
— versterking internationale toplocaties Zuidelijke Randstad
— kwaliteitsverbetering internationale spoorverbindingen
— versterken positie Rotterdam The Hague airport als zakenluchthaven van de Zuidelijke Randstad
— verbeteren OV-toegankelijkheid internationale reiziger

Versterken van de luchthaven Versterken van de luchthaven. Kwalitatieve-Vergelijking

En vervolgens zijn in het verlengde hiervan Kopenhagen-Malmö, Brussel-Antwerpen en Manchester-Liverpool bekeken op de volgende 5 domeinen:

— governance en beleid
— focus strategieën en projecten (infra, toplocaties)
— projecten gastvrijheid voor internationale reizigers
— versterking luchthaven
— directe verbindingen met buitenlandse regio’s

Vijf lessen

De tussenresultaten zijn besproken met sleutelfiguren uit de regio’s, met als resultaat een realistisch beeld van de stand van zaken en op de praktijk gerichte aanbevelingen.

De vijf geleerde lessen zijn:

— verbetering internationale bereikbaarheid maakt verbetering regionale bereikbaarheid noodzakelijk
— vertrek vanuit gezamenlijk doel, niet vanuit gezamenlijke organisatie
— verken internationale naburige regio’s met mogelijkheden tot investeren in of optimaliseren directe spoorverbindingen
— werk tegelijkertijd aan zowel lucht- als landzijde van de luchthaven
— gastvrijheid is economie

terug naar boven terug naar boven