Landschap als vestigingsvoor­waarde op 'We Make The City'

INTENS landschap in Metropoolregio Amsterdam

10 september 2019

Op 19 juni organiseerde de Metropoolregio Amsterdam en Vereniging Deltametropool het symposium INTENS, als onderdeel van festival We Make The City. 150 deelnemers verzamelden zich in de openbare bibliotheek van Amsterdam. Centraal stonden de dilemma’s tussen urgente uitdagingen zoals wonen, energie, klimaat en de beleving van het MRA landschap.

Nadat Marc van den Tweel (Natuurmonumenten) en Leen Verbeek (Vereniging Deltametropool) hun hoge ambities voor de MRA hadden uitgesproken, kwam o.a. een inspiratielezing over Vlaamse Landbouwparken door landschapsarchitect Mark Wilschut, een narratief van het MRA landschap door Marinke Steenhuis, en een reactie op de publicatie INTENS, door Berno Strootman. In zes groepen werden vervolgens belangrijke aspecten aangescherpt met de aanwezigen.

Duinen en Zaanstreek-Waterland

Saline Verhoeven (Amsterdam Wetlands) en Steven Slabbers (BoschSlabbers) gaan met de deelnemers in gesprek over de duinen, de Zaanstreek en Waterland. De landschappelijke kwaliteiten van deze gebieden zijn het eeuwenoude veenweidelandschap met daarin de kleinere droogmakerijen, het industriële erfgoed langs de Zaan, het sublieme contrast tussen wilde, droge duinnatuur en het indrukwekkende werklandschap van IJmond. Aan de hand van zeven opgaven, van woningbouw tot transitie van de landbouw, bekijkt men op welke manier het landschap met zijn intrinsieke kwaliteiten zich daartoe leent. Hierbij geldt dat ingrepen meer dan één doel moeten dienen èn dat duurzaamheid en natuurwaarde sowieso uitgangspunten zijn. Uit de discussie worden deze conclusies genoteerd:

  • Er is een integrale visie nodig, een soort “Panorama MRA”, en er moet meer over de gemeentegrenzen heen gewerkt worden.
  • Water moet een leidende rol krijgen.
  • Projecten moeten minimaal twee doelen hebben.

Scheggenland

Pieter Jannink (Must) en Philomene van der Vliet (BOOM landscape) leiden het gesprek over het ‘scheggenland’ en zijn inverse, de ‘vingermetropool’. De scheggen en vingers, land en stad, moeten altijd in samenhang beschouwd worden, vinden de deelnemers. Met twee handvatten kunnen meekoppelkansen tussen de landschappen in de scheggen en de stedelijke gebieden concreet gemaakt worden:

  • Maak plangrenzen inclusief en laat gebieds- en financieringsgrenzen los. Door verhaallijnen op te bouwen op basis van de samenhang tussen gebieden kunnen goed gefundeerde plannen gemaakt worden.
  • Koppel ontwikkeling en beheer in een soort rentmeesterschap. Nu is er vaak geen geld voor het beheer terwijl het door verschillende betrokken partijen samen gedragen zou kunnen worden.

Oud & nieuw land

Berdie Olthof presenteerde kort de uitkomsten uit de MRA gebiedsateliers Gooi en Vechtstreek, Flevoland en IJmeer/Markermeer/Gooimeer. Hierbij benadrukte zij de aanwezige contrasten die versterkt zouden kunnen worden. Ze heeft op een nieuwe manier gekeken naar de basiselementen van het MRA landschap, de meren als metropolitaan waterpark, circulariteit en de wolk van opgaves. Onder leiding van Gerwin de Vries (Flux landscape) en Berdie gingen de deelnemers aan de slag met het uitwerken van deze aspecten, die op posters gepresenteerd werden. Enkele markante uitkomsten:

  • Het idee van een Metropolitaan Waterpark sprak tot de verbeelding, maar iedereen heeft er zo zijn eigen beeld bij. Is het een stedelijk-landschappelijk amalgaam met veel vaarverbindingen voor forenzen en recreanten, zoals bij de San Francisco Bay? Of gaat het om rust, verademing en wilde natuur? Is park dan wel de juiste benaming?
  • De noodzaak om stedelijk te verdichten in de MRA wordt breed gedragen, maar waar dit leidt tot hoogbouwplannen ontstaat steevast discussie. In de ateliers werden de (voor)oevers van Flevoland en de IJ-oevers genoemd als kansrijke hoogbouwlocaties, maar omwonenden maken zich zorgen over de horizon en of het nog wel lekker door zal waaien straks met het warmere klimaat.

Waarden en narratief van het MRA landschap

In deze sessie komen de deelnemers samen met Marinke Steenhuis (Steenhuis Meurs) en Dorine van Hoogstraten (Mooi Noord-Holland) tot de volgende aanbevelingen:

  • Elk deelgebied van het MRA landschap heeft z’n eigen identiteit en beeld. Dit wordt weergegeven in de waardenkaart en in het verhaal.
  • Landschap moet bij nieuwe ontwikkelingen steeds een stem krijgen.
  • De grote structuren in het landschap moeten (opnieuw) ontworpen worden.
  • Landschap is altijd gemeente overschrijdend.
  • Er is nood aan regels hieromtrent.

Bestuurders aan de slag

Politici van de MRA waren blij met de inhoudelijke insteek van INTENS. Het gevaar bestaat dat we de governance structuur gaan over-analyseren, terwijl de aanwezigen eigenlijk zelf de sleutel voor actie in handen hebben. Door eigen contacten in te zetten komt de waarde van het landschap centraal te staan bij alle ruimtelijke opgaven en investeringen, bevestigen o.a. Lisette Kroon (burgemeester Waterland) en Esther Rommel (gedeputeerde Noord-Holland). Job Cohen, die gesprekken voerde met bedrijven van de MRA over de financiering van het landschap, benadrukt dat een Landschapsfonds zeker zal helpen, maar dat het er ook om gaat om elkaars belangen beter te leren kennen (op bijeenkomsten zoals deze). Door het verhaal van de geschiedenis van de streek en de waardenkaart in te zetten, ontstaat een breder draagvlak voor concrete stappen. De uitdaging zit onder andere in het vinden van de juiste woorden en begrippen voor een gemeenschappelijk verhaal, waarin elke stakeholder een eigen rol heeft.

“MRA bedrijven zijn alleen bereid te investeren in het landschap als vestigingsvoorwaarde als we zorgen voor sterk opgezette projecten en publieke matching.”
– Job Cohen

INTENS
terug naar boven terug naar boven