Campus­landschap

kenniseconomie als ruimtelijke opgave

De TU Delft, Staatsbosbeheer, Gemeente Delft en Hoogheemraadschap van Delfsland hebben elk hun eigen agenda en prioriteiten. Toch delen deze partijen de ambitie omtrent het Campuslandschap Delft. De deels overlappende plannen en wensen kunnen leiden tot synergie, als op een iets grotere schaal gepland en samengewerkt wordt. Enkele dilemma’s zijn hierbij onvermijdelijk. De kunst is om daarin scherpe keuzes te maken, met de nodige onderhandelingen.

wensen, ambities en knelpunten ― Interviews Campuslandschap TU Delft wensen, ambities en knelpunten ― Interviews Campuslandschap TU Delft.

De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de kwaliteit van de leefomgeving een steeds belangrijker onderdeel is van het vestigingsklimaat van Nederland, naast bereikbaarheid en voorzieningen. De ontwikkeling van de kenniseconomie is hierdoor direct gekoppeld aan de landschappelijke kwaliteit van woon- en werkmilieus. Dit biedt kansen voor de campus van de TU Delft.

Onder de titel ‘Campuslandschap Delft’ hebben wij de ambities van de TU Delft Campus & Real Estate, Staatsbosbeheer, gemeente Delft en Hoogheemraadschap Delfland zo kort en duidelijk mogelijk in kaart gebracht, door middel van twee gezamenlijke workshops, interviews en inventarisatie van bestaande plannen en onderzoeken. Het doel is om met deze bondige analyse een helder uitgangspunt te schetsen voor het verbinden van de campus en andere stedelijke ontwikkelingen in Delft Zuid met het agrarisch/recreatief polderlandschap. Dit document is een handvat voor toekomstig (ontwerpend) onderzoek, waarin deze uitgangspunten kunnen worden uitgewerkt.

We beschouwen de ontwikkelingen, kansen en opgaven op regionale schaal, op het gebied van o.a. woningproductie, kenniseconomie, fiets en OV netwerk, water- en natuurbeheer en recreatie. Een belangrijk aanknopingspunt is het onderzoeksprogramma ‘Landschap als Vestigingsvoorwaarde’ (Vereniging Deltametropool e.a. 2015-2018), waarin onder andere de relatie tussen landschappen en campusomgevingen is onderzocht. Op basis van een inventarisatie van bij de betrokken partijen bestaande plannen, verkenningen en onderzoeken, aangevuld met materiaal van de Provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, hebben we de volgende gezamenlijke doelstelling geformuleerd:

De terreinen en investeringen van stad, campus, landschaps- én waterbeheerder in Delft-Zuid worden ingezet voor de betere integratie van landschap en stedelijke omgeving, om daarmee het economisch vestigingsklimaat te verbeteren.

TU Delft Campus & Real Estate

De TU heeft de ambitie om de campus beter te verbinden met grootschalige systemen en opgaven, op het gebied van ecologische verbindingen, watermanagement en de mobiliteitsnetwerken. Het campusgebied, waar noodzakelijkerwijs ook (tijdelijk) niet-bebouwde terreinen zullen blijven, kan gaan functioneren als stedelijk park, met ruimte voor ecologie, beleving en experiment.

Kwaliteiten, potentieel en ruimtelijke uitdagingen
De TU wijk is na de oorlog opgezet als grote volumes in het groen (zie studie Steenhuis Meurs). De Mekelweg bracht auto’s tot aan de voordeur van de faculteiten. Met de ontwikkeling van het Mekelpark en de HOV verbinding is een omdraaiing ontstaan van auto en OV zijde, wat parkeerproblemen en verrommeling aan de achterzijde van de gebouwen heeft gecreëerd.
Vooral in het gebied ten zuiden van de Kruithuisweg is sprake van een wachtlandschap met grondreserves, dat enerzijds van grote waarde is voor de concurrentiepositie van de TU t.o.v. andere technische universiteiten, vanwege de mogelijkheid in te spelen op ruimtevraag van grote laboratoriumfaciliteiten. Anderzijds heeft het in de huidige vorm te weinig belevingswaarde. De bedachte invulling van polderstructuur en beplanting, met supervisor landschap Bart Brands, is nog niet voldoende herkenbaar.

De TU heeft de ambitie om de campus beter te verbinden met grootschalige systemen en opgaven, op het gebied van ecologische verbindingen, watermanagement en de mobiliteitsnetwerken. Tot voorkort was dat nog vooral verkeerskundig ingestoken, maar met hulp van Posad wordt een plan ontwikkeld voor een fijnmaziger campus, met kleinere bouwvolumes, doorwaadbare kavels en deelgebieden van relatieve rust of dynamiek, die nodig is voor het functioneren van de onderzoeks- en onderwijsactiviteiten. De TU stoot tegelijkertijd gebouwen af. Wonen op de campus is geen ambitie van de TU, wel het aantrekken van R&D afdelingen van bedrijven, en gerelateerde maakindustrie nabij aan de Schieoevers, in samenwerking met Delft Technology Partners (DTP).
De TU wil liever niet hun gebruikers verspreiden over een nog groter gebied, de campus is immers al erg groot en voor alle voorzieningen is draagvlak nodig, maar wel wil men graag de natuur de campus in halen. Nu wordt al gewerkt met fieldlabs (floodproof) en wadi’s.
Knelpunten zijn de fietsverbinding oost-west gelatinebrug; relatie stationsgebied – Zuid en campus; en het verkeer op de Jaffalaan (studie Maxwan).

Verwachtingen van de andere partijen; gemeenschappelijke belangen en opgaven
De TU verwacht een verbindende rol te vervullen in het traject. Van Staatsbosbeheer verwacht men expertise op gebied van (tijdelijke) natuur. Van HH Delfland een open gesprek en mogelijk subsidie als het gaat om in de campus testen en innoveren van waterbeheer en klimaatadaptatie. Met de gemeente Delft werkt de TU graag samen op gebied van geothermie, die ook voor de huizen in Voorhof gebruikt zou kunnen worden, experimenten met zelfrijdende auto’s en het energieneutraal maken van infrastructuur en gebouwde omgeving in Delft. Hiervoor zijn vergunningen nodig, en soms ook geld, naast de kennisuitwisseling.

Extra stakeholders
Gemeente Midden-Delfland
Provincie Zuid-Holland

Relevante referenties | documenten
— Studie cultuurhistorie TU Delft door Steenhuis Meurs
— Supervisie landschap TU campus door Bart Brands sinds 2012 (Karres & Brands, “Projects 2017”)
— Studie Jaffalaan bij Maxwan
— POSAD, “TU Delft Gebiedsvisie TU Campus”, 2018

Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer stelt zich in het programma Groene Metropool tot doel om de terreinen die de organisatie beheert beter in te zetten voor de leefkwaliteit in de stad. In Campuslandschap Delft ligt het daarom voor de hand om de verbinding tussen stad en landschap te herstellen voor het aantrekken van bewoners, studenten en medewerkers op de campus en de rest van Delft. Als passieve buffer is het bos ten zuiden van de campus niet meer effectief en betaalbaar. Het landschap wordt niet benut als vestigingsvoorwaarde en zo blijft het kwetsbaarder in relatie tot de verstedelijkingsopgave die steeds meer ruimte in beslag neemt.

Kwaliteiten, potentieel en ruimtelijke uitdagingen
Het gebied bevat verschillende typen recreatielandschappen, die waardevol zijn voor de hele regio: bos, weilanden en natte moeraslandschappen. Er zijn behoorlijk goede voorzieningen, zoals een fiets- en wandelnetwerk, kinderboerderijen en B&B. Staatsbosbeheer heeft 2 miljoen euro ontvangen om in recreatieve infrastructuur te investeren in het gebied Midden-Delfland/Abtswoudse Bos. Schievliet is hierbij een speerpunt. Dit gebied werd oorspronkelijk ontwikkeld als een simpele bufferzone, via de toen geldende standaard inrichting van deze buffers: 1/3 bos, 1/3 water en 1/3 gras. In het gebied ten zuiden van de campus zijn de populieren aan het eind van de levenscyclus gekomen. Bij de transformatie van dit gebied kan het zich als bosgebied blijven onderscheiden van de landschappen eromheen, terwijl de vorm meer rekening kan houden met bijvoorbeeld zichtlijnen en gebruik.
Door het gebrek aan middelen voor beheer (momenteel 600 ha zonder onderhoudsbudget) is Staatsbosbeheer gaan zoeken naar nieuwe financieringsmogelijkheden, zoals het concept “kleine huisjes” van Guido Enthoven en Dan Groot (erfpacht). Tegelijkertijd heeft Staatsbosbeheer de opdracht het landschap te beschermen, niet te vermarkten. Voor velen gaat de bouw van “recreatieve functies” al ver.

Ruimtelijke uitdagingen zijn de toegang van het Abtswoudse Bos vanuit de campus, de Schie- en spoorzone en Tanthof. Mogelijk zijn deze noord-zuid verbindingen belangrijker dan de oost-west verbindingen, waar nu een hoop aandacht en middelen naartoe lijken te gaan, zoals de ecologische verbinding over de A13. De toegang naar het landschap is nog niet uitnodigend, er is een gebrek aan sociale veiligheid en het padennetwerk is onduidelijk. Het smalle profiel van de Rotterdamse weg levert problemen op.

Verwachtingen van de andere partijen; gemeenschappelijke belangen en opgaven
Staatsbosbeheer verwacht dat de TU Delft het landschap onderdeel wil maken van de eigen strategie en dat ook de gemeente Delft het landschap wil gaan inzetten als een essentieel ingrediënt voor het vestigingsklimaat van de stad. Staatsbosbeheer zou graag acitiviteiten van de TU faciliteren in voorzieningen in het landschap. Van het Hoogheemraadschap van Delfland wordt verwacht dat het de recreatieve en ruimtelijke kwaliteit integreert met de waterbeheeropgaven.

Extra stakeholders
Inventarisatie van alle diensten in de omgeving, van landbouwers tot bedrijven in de dienstverlening.
Natuurmonumenten

Relevante referenties | documenten
— www.groenmiddendelfland2040.nl
— Recreatieonderzoek PZH: “Recreatie afstemmen op vraag”, 2017
— Provincie Zuid-Holland, “Verkenning: stedelijk landschap en groenblauwe structuur”, 2017
— www.staatsbosbeheer.nl (“Programma groene metropool”)
— Gemeente Midden-Delfland, “Bidbook bijzonder provinciaal landschap Midden-Delfland”, 2017
— Gemeente Delft, “Droomt u van een tiny house?”, 2018
— www.natuurinclusief-landbouwinitiatief.nl (Natuurinclusieve landbouw is een vorm van landbouw die op alle fronten rekening houdt met de natuur, door deze niet alleen optimaal te gebruiken, maar ook te sparen en te verzorgen)

Gemeente Delft

Gemeente Delft ziet in het zuiden van de stad grote opgaven die integraal zouden moeten worden aangepakt, op het gebied van kantoren- en woningproductie, maar ook wat betreft landschap en vestigingsklimaat. De gemeente zet in op een sterkere relatie tussen stad en omliggende landschap (recreatienetwerken), hogere ruimtelijke kwaliteit langs het Schie (in relatie met herontwikkeling Schieoevers), hoogwaardige oost-west verbindingen (fiets/voetgangers/auto’s), en herontwikkeling van de Kruithuisweg.

Kwaliteiten, potentieel en ruimtelijke uitdagingen
“Meer woningen, meer banen”, dat zijn de stedelijke opgaven waar het in Delft vooral om draait. Naast de centrale spoorzone komen deze opgaven vooral aan op Delft Zuid: Tanthof, de Schieoevers en de herontwikkeling en -profilering van grote transportassen zoals de Kruithuisweg, Voorhofdreef, Pr. Beatrixlaan en Buitenhofdreef. De herontwikkeling van het station en stationsgebied Delft-zuid is een grote kans. Naast parkeren, toegankelijkheid, kantoorprogramma en voorzieningen, kan ook ruimtelijke kwaliteit worden toegevoegd.
De eventuele verbreding van de Schie kan worden gerealiseerd in combinatie met herontwikkeling van enkele kantorengebieden.

Als knelpunten worden ervaren:
– veel last op fietsnetwerken, vooral de Rotterdamse weg en omgeving van de campus;
– aansluiting met het landschap, zeker de stadsrand ter plekke van de oostelijke campus. Routes zijn niet voldoende duidelijk, aantrekkelijk en veilig.
– het dilemma of de Schie als hoogkwalitatieve verbinding op regionale niveau moet worden versterkt, of juist moet worden ingezet op een parallelle verbinding die de Schie ontlast? Dit hangt nauw samen met de ontwikkeling van de Schie-oevers en potentiële bruggen.

Verwachtingen van de andere partijen; gemeenschappelijke belangen en opgaven
Binnen het idee van het Campuslandschap Delft ambieert de gemeente een sterkere gemeenschappelijke lijn en samenwerking met de TU campus, zoals al wordt uitgewerkt met betrekking tot goed woon-werkverkeer. Kwaliteit van de leefomgeving in Delft-Zuid zou het centrale en gedeelde belang moeten zijn in de samenwerking. De gemeente stemt graag beter af met de campusontwikkelingen aan de Mekelweg. Wat er aan deze centrale as gaat gebeuren, of niet, is sterk bepalend voor het verkeer in de omliggende gebieden.

Relevante referenties | documenten
— Project Stationsgebied Delft Campus (Gelatine-fietsbrug + Faraday-brug Delft Zuid)
— Project Gebiedsvisie Schieoevers (noord en zuid)
— Project Tanthof + project fietsbrug/-route over A13
— Project Gebiedsvisie TU Campus bij Posad (POSAD, “TU Delft Gebiedsvisie TU Campus”, 2018)
— Project oost-west-verbinding Mercuriusweg/Abtswoudseweg

Hoogheemraadschap van Delfland

De ontwikkelingen in Delft Zuid en het concept Campuslandschap Delft zijn voor het Hoogheemraadschap van Delfland een kans om waterbeheeropgaven mee te koppelen en te integreren met andere agenda’s, zoals recreatie en ontwikkelingen op de Schieoevers. De grote investeringen en voetafdruk die gemoeid zijn bij deze opgaven, zoals dijkverhoging, vragen om samenwerking tussen overheden en private partijen. Doel bij dit traject is om de mogelijkheden van de Schie als groenblauwe natuurvriendelijke corridor te verkennen en verbreden.

Kwaliteiten, potentie en ruimtelijke uitdagingen
Het Hoogheemraadschap van Delfland (HHD) richt zich primair op veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en waterzuivering, gefinancierd uit de eigen belastinginkomsten. De ruimtelijke impact van wateropgaven is in dit deel van het land aanzienlijk en omvat polders, boezems en calamiteitsbuffers (Boezembergingen). In samenwerking met andere overheden wordt ook gewerkt aan integratie met ruimtelijke kwaliteit en recreatief gebruik, zoals in het Molenvlietpark in Den Haag en de buffers in de Lier. Particulieren worden door het Hoogheemraadschap gestimuleerd, met subsidies, om water ter plekke op te vangen, in tuinen, daken en velden.

Vanuit de Kaderrichtlijn Water heeft het Hoogheemraadschap de opgave om de waterkwaliteit te verhogen. Hiervoor wordt geprobeerd om, op meerdere locaties, de natuur en ecologie in het water te verbeteren, meestal door aanleg van natte ecologische zones (zoals natuurvriendelijke oevers). Langs de Schie, aan de zuidkant van Delft, is er nog (te) weinig natuur aanwezig, in het water en aan de oevers. Het is daardoor een opgave voor het HHD om dit gebied ecologisch te verbeteren. Een specifieke locatie om aan te grijpen is nog niet geselecteerd en de opgave is daardoor voor nu lastig te kwantificeren. Er wordt vooral bekeken hoe de opgave opgepakt zal kunnen worden in combinatie met andere plannen om een integrale ontwikkeling te kunnen faciliteren.

De klimaatverandering zal zorgen voor meerdere opgaven die in de toekomst groter zullen worden en vaker terugkomen. Voor deze opgaven worden al non-regret maatregelen gehanteerd. Hier gaat het niet alleen om het aanleggen van natuurlijke oevers en verbreden van watergangen, maar ook het ontgraven van waterbakken in stedelijk gebied, verhogen van de permeabiliteit van de bodem, aanleg van waterberging op daken en installatie van grotere pompen.

Watergangen werden vroeger vooral functioneel ingericht, met rechte harde oevers, om scheepvaart en afvoer van water te faciliteren. Vanuit de Kaderrichtlijn Water probeert het HHD dat op de meest belangrijke plekken aan te passen naar een meer natuurlijke richting. Verbreding van de Schie is geen opgave in zichzelf, maar voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers is wel ruimte nodig. Dit kan bijvoorbeeld via insteekhavens of zijarmen.

Verwachtingen van de andere partijen; gemeenschappelijke belangen en opgaven
Het Hoogheemraadschap verwacht van de andere partijen dat ze zich ervan bewust zijn dat waterstructuren bepalend zijn voor de ruimtelijke inrichting van het gebied, en dat men over de grenzen van de eigen terreinen heen moet kijken om opgaven integraal aan te pakken. De sleutel voor een ontwerpende verkenning ligt dan ook bij de Schie en de polderverkaveling haaks daarop, als groenblauwe structuur.

Extra stakeholders
Provincie Zuid-Holland
Natuurmonumenten
Eigenaren van percelen
Belangen groeperingen (boeren?)

Relevante referenties | documenten
— www.hhdelfland.nl (“legger Delfland” GIS dataset en interactieve kaart)
— Provincie Zuid-Holland, “Verkenning: stedelijk landschap en groenblauwe structuur”, 2017

Plan van aanpak: ontwerpopgaven

De ontwikkeling van een aantrekkelijk, klimaatadaptief en biodivers Campuslandschap wordt door de vier deelnemende partijen als belangrijk ervaren. Dit gemeenschappelijke doel kan worden bevorderd door de eigen projecten in stelling te brengen en, waar de doelstellingen in elkaars verlengde liggen, gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor deelopgaven. De huidige fragmentatie van opgaven, resultaat van al langer lopende ontwikkelingen op eigen terrein, kan door enkele scherpe combinaties van actoren en gebieden integraal worden aangepakt. In het onderstaande schema zijn de meest in het oog springende combinaties van actoren en doelstellingen geïnventariseerd.

Campuslandschap Delft - matrix pilotprojecten Campuslandschap Delft - matrix pilotprojecten.

De combinaties van actoren die dezelfde doelstelling delen nemen we als uitgangspunt voor het aanwijzen van mogelijke pilotprojecten (rapport ‘Campuslandschap‘). Deze projecten zijn alle zes goed te benaderen door middel van ontwerpend onderzoek, met een voor de hand liggende ruimtelijke afbakening en opdrachtgeverschap. De voorgestelde lijst is geenszins uitputtend of definitief. Het gaat voornamelijk om de manier van samenwerken in duo’s, waardoor de opgaven worden opgeschaald buiten de contouren van één enkele partij, terwijl het veel overzichtelijker blijft dan wanneer men alle deelaspecten tegelijk met vier of meer partijen zou aanpakken. De som van de zes pilots leveren een duidelijke en complementaire bijdrage aan de ontwikkeling van het Campuslandschap.

terug naar boven terug naar boven