Brede welvaart - zo doen we het

Werkconferentie 2023 - Community of Practice

07 december 2023

Bij The Unbound in Amsterdam vond op 10 oktober de jaarlijkse CoP werkconferentie plaats van een gezelschap van beleidsmakers, landschapsarchitecten, onderzoekers en stedenbouwkundigen. Het bood ook dit jaar waardevolle inzichten en leerervaringen.

In een inspirerende omgeving – The Unbound een wereld op zichzelf, gelegen in de groene tuinen van Amsterdam West, aan de rand van het Nederlandse platteland – wisselden ontmoetingen, diepgravende gesprekken en ontwerppresentaties elkaar af. Met community of practice ‘Metropolitaan landschap Bron voor brede welvaart’ werd door 50 deelnemers gewerkt aan hoe we de verschillende schalen, nationaal, provinciaal en regionaal, kunnen integreren voor de brede welvaart van ons landschap.

Wat we geleerd hebben

Wat:

  • Het belang van een integrale benadering in grotere gebieden als pilotproject. 
  • Systemische afwegingsmechanismen voor zowel ruimtelijke als sociale keuzes. 
  • Concretisering van brede welvaart in de praktijk, realisatie en met behulp van instrumenten. 
  • Het versterken van het landschap door inzet van commons van praktijken en lokale, gewortelde organisaties. 

Hoe:

  • Specifieke nadruk op een mindset shift. 
  • Creëren van verbindingen met maatschappelijke partijen. 
  • Waterpartijen als fundament betrekken bij besluitvormingen. 
  • Koppeling maken aan de ruimtelijke puzzel en de Nota Ruimte. 

 

Wat hebben we nog meer geleerd

Remco Rienties, adjunct-directeur MRA, verwelkomde en opende de dag.  Waarbij hij benadrukte dat het landschap een cruciale rol speelt in de regionale samenwerking binnen Metropoolregio Amsterdam voor de brede welvaart van de samenleving. 

 

 

Keynote – Philomene van der Vliet (BOOM Landscape) trapte af met een inspirerende keynote. Zij legde de nadruk op de integrale aanpak en benadrukte dat de oplossing voor de één ook de oplossing voor de ander kan zijn, wat bijdraagt aan een algehele verbetering. Een systeemaanpak is nodig, niet alleen vanuit economisch oogpunt, maar ook vanuit andere waard perspectieven. Het sturen van bodem en water levert een fantastisch productielandschap op, maar vereist wel alternatieve verdienmodellen. 

Daarna volgden drie parallelle sessies die zich richtten op verschillende thema’s en schalen. 

A.) Dubbele Doelstelling (Nationaal Niveau): 

Harriet Tiemens, Director Groenemetropoolregio Arnhem-Nijmegen over dubbeledoelstelling als een tool in praktijk. Multilevel-governance en verbindend leiderschap bevorderden samenwerking met stakeholders en bewoners, wat van cruciaal belang is voor het ‘brede welvaart’ beleid. Shera van den Witterboer (kerngroep CoP, landschapsarchitect CRa) opende de sessie met NPLG-advies. Het Ruimte voor de Rivier-programma in Nederland heeft succesvol zowel de veiligheid van riviergebieden als duurzame stedelijke en landelijke ontwikkeling bevorderd door overstromingsrisicobeheer te combineren met ruimtelijke kwaliteit. Harriet Tiemens (Director, Groenemetropoolregio Arnhem-Nijmegen) versterkte dit in de praktijk, waarbij ze liet zien hoe samenwerking tussen belanghebbenden en optimale toewijzing van middelen hebben bijgedragen aan waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit op alle niveaus. 

 Top 3 inzichten van deze sessie: 

  • Kwaliteit-governance speelt hierbij een essentiële rol.
  • Multilevel-governance en verbindend leiderschap ter bevordering van samenwerking met belanghebbenden.
  • Het belang van specifieke beleidskoppeling aan brede welvaart. 

B.) Erop of Eronder (Regionaal Niveau): 

Jan Coen van Elburg, Rebel Group over groene baten voor Groen Groeit Mee (Utrecht)

Met Midden-Delfland als primaire casus hadden we onderzocht hoe strategische financiering van het regionale landschap en de groene infrastructuur, inclusief het cruciale aspect van doorlopend onderhoud, kan worden gerealiseerd. De focus lag vooral op de vraag hoe het landschap en groen gefinancierd kunnen worden, inclusief beheer, zonder directe koppeling aan bouwplannen of de aanleg van infrastructuur (mee gekoppeld). Er wordt vaak van bovenaf naar gebieden gekeken, waarbij vastgesteld wordt welke kwaliteiten gerealiseerd moeten worden. Aan de andere kant bottom-up benaderingen, waarbij gebiedsgebruikers de uitdagingen op het terrein kennen en budget zouden moeten ontvangen om beheerinitiatieven te ontplooien. Op deze manier wordt een motor in gang gezet, waarbij boeren bijvoorbeeld neveninkomsten kunnen genereren. Ben Kuipers, landschapsarchitect, deelde met ons de geschiedenis van Midden-Delfland. Henk Werksma van H2Ruimte presenteerde vervolgens de Uitvoeringsagenda van het gebied. Tot slot gaf Jan Coen van Elburg van Rebelgroup, ons bruikbare tools en instrumenten, met Groen Groeit Mee als voorbeeld. 

Van L-R: Ben Kuipers (zelfstanding landschapsarchitect), An van Veen (Staatsbosbeheer), Jan Coen van Elburg (Rebel Group), Henk Werksma (H2Ruimte) over financiering van recreatielandschappen

Ben Kuipers: ‘Van stadjes in een landschap naar een restant van het landschap in metropolitaan gebied.’

Henk Werksma: ‘Geen enkele overheid wil structurele meerjarige beheerskosten dragen.’

Jan-Coen van Elburg: ‘Groen is soms license to operate!’

Top 3 inzichten uit deze sessie:

  • Waarom is het vinden van financiering zo ingewikkeld als het gaat om iets wat we belangrijk vinden? Dit gebeurt ook niet voor riolering en andere dergelijke investeringen. Dit zou algemeen gefinancierd (belastinggeld) kunnen worden. 
  • Ons doel is niet alleen om woningen te bouwen; we streven ernaar steden en leefomgevingen te creëren.
  • Huidige financiële bronnen zijn vaak sectoraal gericht. Er is een groeiende behoefte aan integrale gebiedsbudgetten om een alomvattende aanpak mogelijk te maken.

C.) Schegkracht (Schegschaal): 

Community in discussie

De sessie (gemodereerd door Birte Querl (MRA) en Ronald Kramps (Provincie Noord-Brabant)) draaide voornamelijk om de samenwerkingsdynamiek en de kansen die tussenruimtes/soft spaces bieden. Waar zowel de overheid als burgers betrokken zijn. Er wordt nog steeds gezocht naar een geschikte werkstructuur voor deze tussenruimte en waar het verband met brede welvaart ligt. Dit werd niet specifiek in het gesprek benadrukt. Tijdens de sessie werden twee pitches gehouden door Jeroen van Herk (OAK Consultants) en Paul van Hoek (Gemeente Amsterdam).

Reacties op de pitch over de scheggen (top-down proces): 

  • Bij landschappelijke transitieopgaven is er altijd een tekort aan capaciteit in vergelijking met teams die aan stedelijke vraagstukken werken. 
  • Er is slechts incidenteel geld en inzet beschikbaar. 
  • Er is geen eenduidige werkwijze. 
  • De uitvoering is lastig te realiseren. 

Reacties op de pitch over De Groene Stelling (bottom-up proces): 

  • Een coalitie van bereidwillige partijen (13 in totaal), niet bindend. 
  • Geen echte opdrachtgever: gestart vanuit ‘bewoner Jeroen’. 
  • 70% van de grond is privaat eigendom, waardoor de overheid niet alles kan bepalen/regelen. 
  • Het biedt een wervend perspectief, concrete acties en verbindingen. 
  • Het concept versterkt wat de overheid doet. 

Top 3 inzichten van deze sessie: 

  • Pleidooi voor het verbieden van monofunctioneel landgebruik.
  • Elke overheid moet een team van scharrelaars, makelaars hebben die in de tussenruimte/soft space werken.
  • Gezamenlijk kan een perspectief worden gecreëerd, gefaciliteerd door de overheid. 

 

Keynote – Jan Janse (Staatsbosbeheer)

Na de lunch gaf Jan Janse, landschapsarchitect bij Staatsbosbeheer, een keynote over het belang van het groenblauwe netwerk bij stedelijke ontwikkeling. Dit hebben we geleerd: Als je het groenblauwe netwerk bij de stedelijke ontwikkeling als uitgangspunt neemt, dan krijg je veel meer terug dan in het begin beoogt. Nantes had het geluk een vooruitziende burgemeester te hebben, waardoor deze stad nu heel aantrekkelijk is voor inwoners en nieuwkomers. 

Het Planners Framework samen met Community of Practice

In de tweede helft van de middag nam het publiek deel aan een interactieve workshop genaamd ‘Het Planners Framework’. Gedurende deze werksessies ontvouwde de gemeenschap verschillende lange termijnscenario’s. Hierbij staat niet één eindbeeld centraal, maar draait het om het verkennen van diverse paden die in 2100 kunnen leiden tot een duurzame toekomst. Het was interessant om zowel de korte- als langetermijnvisies van Nederland te bekijken, eerst op provinciaal niveau en vervolgens op nationaal niveau.  

Pleidooi samen met Paul Gerretsen (kerngroep, Community of Practice)

Sophie Stravens (dag moderator) en Paul Gerretsen sloten de conferentie af door de gemeenschap te vragen naar hun belangrijkste leerpunten van de dag. Hieronder volgen enkele van de ontvangen antwoorden. 

Proces van onze Pleidooi

Dit zijn de leerpunten die voortkwamen uit de oefening: 

De deelnemers gevraagd om hun leerpunten van de dag op te schrijven. Dit is wat iedereen dacht:

  • Systeemdenken: 43% van de gemeenschap vond dat we niet alleen op zoek moeten gaan naar oplossingen voor problemen, maar een systematische aanpak moeten kiezen. Er moet een verandering komen in hoe we werken.
  • Ruimtelijke kwaliteit in beschouwing nemen: 23% van de deelnemers vond dat we in elk programma rekening moeten houden met ruimtelijke kwaliteit als een hulpbron. We moeten ook kijken naar wat dit betekent voor verstedelijking en de circulaire economie.
  • Natuur inclusief in beschouwing nemen: 17% van de mensen vindt dat natuur inclusieve planning een middel is om brede welvaart te realiseren. Water- en bodembeheer, biodiversiteit en klimaat adaptieve reacties maken hier deel van uit. 
  • 10% van de gemeenschap vraagt om te bedenken wat brede welvaart is voordat we het vergroten.
  • Denk aan de mens in het proces: 7% van de gemeenschap vindt dat we rekening moeten houden met de lokale schaal in tijden van polarisatie. 

Later werden ze gevraagd om in paren te werken en hier zijn de geleerde lessen: 

Systeem: 

  • Raamwerk: Denk op elk schaalniveau in elk gesprek. 
  • Benadering: Integraal en sociaal (gebied, mensen en natuur). 
  • Afwegingsmechanisme: Voor ruimte, samen met deskundigen van grotere transitie-thema’s. 

Ruimte: 

  • Ruimtelijke ordening: Van plekkenplanologie en sectorale opgave naar integrale opgave in grotere gebiedsplanologie. 
  • Nationaal niveau: Overheden en praktijkbeleid beter laten convergeren. 
  • Regionaal niveau: Instrumenten ontwikkelen voor multifunctionele landschappen. 
  • Lokaal niveau: Leren van pilots en gedeelde commons om problemen in stad en landschap te voorkomen. 

Denken: 

  • Concretiseren: HOE brede welvaart te vergroten door middel van ruimtelijke opgaven, instrumentarium en investeringen. 

Zo doen we het

Uiteindelijk werd aan de paren gevraagd om groepen te vormen en hier zijn de 5 lessen:

  • Focussen op Welbevinden – Welvaart – Welzijn
  • Sociaal en integraal systeemdenken
  • Systeemdenken moet leiden tot praatplaten die op hun beurt moeten leiden tot pilots voor grotere transities
  • Integrale opgave in grotere gebieden als pilots
  • Lokaal geworteld organiseren
terug naar boven terug naar boven